Puberdochter en een stukje verbinding

Zo’n week of twee voor haar 16de verjaardag voelde ik dat er iets aan de hand was. Ze ging gewoon naar school en dansles, ze maakte haar huiswerk, maar ergens was er een donkere wolk die boven haar hoofd hing. Die kon ik niet echt zien, maar wel echt voelen. Vragen als “is er iets?” of “hoe voel je je” helpen geen moer, dat weet ik. Toch stelde ik ze wel. Om haar vervolgens aan te geven dat als ze wil praten, en als ze eraan toe is om het met mij te delen, dat ik er voor haar ben.

Dagen gingen voorbij. Op een zondagavond, na het eten, ging haar vader studio sport kijken en wij bleven met z’n tweeën de laatste hapjes nemen. Net toen ik de borden wilde opruimen kwam het.  Verdriet, verwarring, stress, nostalgie, ongemak, pijn, zelfs tranen. Haar verhalen kwamen als schuimende golven op mij af. Daar zat ze, tegenover mij, als een soort Atlas naast een woeste zee die haar hele wereld en dat van iedereen om zich heen op haar schouders droeg. Een wereld die ook alsmaar groter en ingewikkelder wordt als je haar leeftijd hebt.

Niets van wat ze zei was mij vreemd is. Nu ik volwassen ben kan ik nog steeds erg goed in de put zitten en de wereld om me heen ook verwarrend vinden. Maar alles komt zo hard en allemaal tegelijk binnen als je een puber bent. Dat weet ik nog heel goed, ik zie mezelf nog met mijn ziel onder mijn arm lopen als puber. Ik keek naar haar, ik luisterde naar haar woorden, ik voelde bijna haar pijn. Het deed mij pijn, je wilt niets liever dan je kind ontlasten, helpen, sussen. Wat ik vooral nu niet moest doen is zeggen dat het allemaal wel goed komt en daarmee haar pijn bagatelliseren. Ook niet haar vertellen wat ze moet doen. Bij mij werkte dat toentertijd ook averechts. Ik ging langzamer in en uit ademen, ik luisterde, echt luisterde en liet haar vooral praten. Zo nu en dan stelde ik vragen. Geen adviezen, geen oplossingen. Luisteren. Proberen te begrijpen. Haar alle ruimte geven. En ze bleef praten, en ze bleef delen, en met ieder zin dat ze uitsprak groeide ze iets dichter bij zichzelf. En bij mij.

Puber zijn is een hele uitdaging. Je probeert je plek in de wereld te vinden, je bewandelt het nevelige pad tussen kindertijd en volwassenheid, je verlegt je eigen grenzen en je zoekt uit hoe je je leven wilt leiden. Als ouder kun je nu maar een ding; helpen bij de overgang naar de volgende fase van het leven. En ik geloof dat je dat doet door er vooral aanwezig te zijn. Je bent en blijft de ouder, maar je wordt ook steeds meer ook een vriend in zekere zin.  Iemand die luistert om te begrijpen, compassievol is en begrip toont. Ik probeer in ieder geval zo’n ouder te zijn.  

Haar verhalen als golven vol verdriet gingen liggen. We omhelsden elkaar. De donkere wolk was weg. En toen zei mijn dochter dat ze zo fijn met mij kan praten, dat ze haar ei bij mij kwijt kan. Ergens diep van binnen was ik zo trots als een pauw. Toen ik zo oud was als zij, en ik tegen mezelf en de hele wereld om me heen aanliep, kreeg ik van mijn ouders nooit de ruimte om mijn ei kwijt te kunnen. Voordat ik überhaupt begon om mijn verhaal te vertellen, werd ik gebombardeerd met oplossingen en adviezen en vooral de woorden “wij weten het wel beter, wij zijn ook zo oud geweest”. Met als gevolg dat ik steeds meer dichtklapte en de band tussen mijn ouders en ik steeds losser werd. Later in het leven ging ik in therapie, studeerde counselling en coaching en las veel over psychologie en familierelaties. Ik ontdekte intergenerationele patronen die vaak heel onbewust doorgegeven werden. Ik zag die patronen in de relatie tussen bijvoorbeeld mijn moeder en mijn oma, en zelfs tussen mijn oma en haar moeder. In mijn tocht naar persoonlijke groei en ontwikkeling wist ik een ding wat ik zeker wilde bereiken. Een patroon doorbreken en een betere band met mijn dochter.  

Die zondagavond, aan het einde van ons gesprek, zag ik hoe mijn dochter lichter werd. Haar gezichte lichtte weer op, ze bewoog vrijer. Alsof die enorme last van haar Atlas schouders afgegleden was. Ik had alleen naast haar gestaan en gekeken hoe ze een voor een haar zorgen en lasten liet varen. Sommige bleken geen echte zorgen te zijn. Andere bleven onopgelost en het gaat nog even duren voordat ze er een plekje krijgen. Maar die avond zijn mijn dochter en ik een stuk dichter bij elkaar gekomen. En hoewel ik haar vooral voor mijn ogen zie groeien, zag ik  nu ook hoeveel ik gegroeid ben.

______________________________________________________